Who the fuck?

De tragiek van als je – zoals ik – geboren bent in de jaren zeventig, is dat je opgroeit met het idee – mede dankzij de generatie ervoor – dat Nederland een groot voetballand en Ajax een grote club is. Dat is natuurlijk niet zo, je kunt hooguit zeggen dat er in Nederland voor een klein land aardig gevoetbald wordt en dat Ajax het voor zo’n pietepeuterig clubje ooit aardig heeft gedaan.

Ik zou nu best willen uitweiden over Jack Reynolds, Rinus Michels en Johan Cruijff, maar dat laat ik liever aan de experts – als Simon Kuper – over. Het is ook heel simpel te reduceren tot een verhaal van de grote getallen.

Als je kijkt naar inwonersaantallen in relatie tot prestaties is alleen Uruguay een groter voetballand dan Nederland. Toch zien weinig mensen, zeker van mijn generatie, het zo. Drie WK-finales halen maar niet winnen, wordt door velen als drie gemiste kansen gezien. Het tegendeel is waar. Die tweede plekken zijn volgens de wet van de grote getallen geweldig, haast buitenaards. Dat in de toekomst willen evenaren is rationeel gezien erg onverstandig.

De infrastructuur voor voetbal is hier ongeëvenaard. Als je als jongetje veel talent hebt, dan word je ontdekt. Naast minstens één, aan de KNVB-verbonden, club in elk gehucht, zorgt ons vlakke land ook met goede trein- en snelwegverbindingen dat niemand met potentie aan Zeist ontsnapt.

Taxichauffeur
Voor een land met zeventien miljoen mensen wordt hier onzinnig veel voetbaltalent gekweekt. Het is goed mogelijk dat er in Zuid-Korea tientallen taxichauffeurs zijn, die eigenlijk profvoetballer hadden kunnen worden. Hier is dat onmogelijk.

Alleen, we blijven maar met weinig mensen. Niets mis mee, erg gezellig ook. Kleine landen scoren hoger op de geluksbarometer, dat weet iedereen. Het is alleen voor echt grote prestaties wat onfortuinlijk. Tegen de getallen van Italië, Argentinië, Duitsland, laat staan Brazilië, maak je nooit een kans. Een echt groot voetballand kan Nederland nooit worden, omdat het simpelweg geen groot land is.

Misschien als België in de eerste helft van de negentiende eeuw niet definitief voor afsplitsing had gekozen, dat het anders was gelopen. Dan hadden we nu het inwonersaantal van Canada of Australië overtroffen. Dan kwamen we in de buurt van Engeland.

Dat had in een voetbalregio, zonder veel concurrentie van andere sporten, pas echt zoden aan de dijk gezet. Dat lullige sterretje op het Engelse shirt, hadden we overtroffen, daar ben ik van overtuigd. Nu moeten we ons neerleggen bij het onmogelijke gevecht tegen de grote getallen.

Niet alleen vind je, kansberekeningsgewijs, hier nu minder toptalent, er is natuurlijk ook een minder grote achterban (lees: niet genoeg geld). De prestaties van Ajax uit het verleden zijn tegenwoordig waarschijnlijk nog onhaalbaarder dan die van het nationaal team. Zelfs clubs als Southampton en Newcastle zijn aanlokkelijker dan ‘grote’ Nederlandse clubs, voor sommige spelers.

Waarom schrijf ik al deze dooddoeners, deze slappe excuses op? Nou, omdat ik het bij voorbaat al half in m’n broek doe voor het mij totaal onbekende Rapid Wien. Uit een ski-land verdomme. Dat kan niet kloppen, toch?

Kom op Ajax!   

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *