Dit weekend was ik in Belfast. Een leuke stad. Net als Schotten zijn Noord-Ieren een beetje Engelsen zonder bezemsteel in de reet, al moet je dat natuurlijk nooit hardop tegen ze zeggen, zelfs niet tegen een protestant. Ze zijn behoorlijk gemoedelijk met een droogkloterig gevoel voor humor. Niet overbeleefd, maar ook niet al te chagrijnig. Als het je lukt om niet over geloof of nationalisme te beginnen, is het onmogelijk om met iemand uit Belfast ruzie te krijgen.
Het is geen grote stad, niet te vergelijken met Dublin bijvoorbeeld. Qua omvang zal het een soort Utrecht zijn. Toch is er één grote attractie van Rijksmuseumachtige proporties: het Titanicmuseum. Het beroemde rampenschip is namelijk in deze stad gebouwd. Een wereldberoemde ramp waar heel Noord-Ierland trots op lijkt te zijn. De tekst op enkele truien in souvenirwinkels vertelt hoe ze dit verantwoorden. ‘Built by the Irish, sunk by an Englishman’.
Eerlijk is eerlijk, het museum is geweldig. In negen zalen wordt het verhaal prachtig verteld. Het duurt even voordat je een schip te zien krijgt. Zelfs de zee en de haven blijft in het begin buiten schot. Het gaat eerst over de geschiedenis van Belfast. Over de linnenindustrie, over de protestanten, over de katholieken, over de armoede.
Zo voel je de tijdsgeest goed aan als het eindelijk over de scheepsbouw gaat. Het verhaal van Titanic begint in een wagentje, haast een kermisattractie, dat je door een enorme scheepswerf voert. Links- en rechtshandige jongens worden er zo efficiënt mogelijk met hamers bij stalen platen gezet om de klus op tijd te klaren.
Na deze gemoedelijke rollercoaster volgt dan de korte geschiedenis van het grootste schip van haar tijd. De verschillende dekken, de tewaterlating, het vertrek, de ijsberg en het zinken worden beeldend getoond. Ook een film van de recente ontdekking van het schip op meer dan 4000 meter diepte, in een grote bioscoopzaal, is meer dan de moeite waard. Ga het vooral zien als je toevallig in de buurt bent.
Toch blijft het fascinerend dat die ramp zo’n trekpleister is geworden in de stad waar het ding is gebouwd. In het vliegtuig had ik het er ook met de Noord-Ier naast me over. Hij was met zijn gezin op weg naar een paar daagjes Amsterdam. Wat hij allemaal ging doen? Hij zou wel zien. Hij moest in ieder geval het Anne Frankhuis bezoeken. Verrek, rampentoerisme is echt iets universeels.