Ronaldo was bijna net zo goed als ik

RonaldoRonaldo is de beste van de wereld, op mezelf na. Op woensdagavond 7 december 2011 heb ik dat even gedacht, geen grap. Of liever, ik heb het even zeker geweten. Enkele uren later zat ik in de isoleercel van een GGZ-kliniek.

De dagen ervoor was een fantastisch gevoel langzaam maar zeker overgegaan in een manie. Ik leek zoveel energie te hebben dat slapen niet eens in me opkwam. De wereld was behoorlijk anders dan gebruikelijk, om het voorzichtig uit te drukken.

Ik voelde me verheven boven een ieder. Elke voorbijganger was niet meer dan een derderangsacteur in een c-film. De werkelijkheid was in mijn beleving door de mand gevallen. Ik zag hoe alles in elkaar stak – erg houtje-touwtje kan ik je verklappen.

Na deze ervaring is het niet raar dat gekkenhuizen vol zitten met Jezussen, Napoleons en Einsteins. De dimensies waar veel geestesziekten je afleveren doen het niet voor minder.

Ronaldo
Toevallig viel het toppunt van mijn manie samen met Ajax – Real Madrid, een potje waar ook zo’n grootheid te zien was, want wat je verder ook van hem vindt, Ronaldo is gewoon zo’n beetje de beste speler van de wereld.

Zeggen dat ik het voetbal behoorlijk anders beleefde dan gebruikelijk zou een understatement zijn. Bezoekjes aan de supermarkt waren al een bevestiging van mijn genialiteit. Elk pak koekjes vertelde me dit. Een Champions League-avondje werd dan ook niets minder dan een ode aan mijn superioriteit. Elke traptrede, elke stoeltje, elk sjaaltje bevestigde knulligheid, om over die tienduizenden soortgenoten maar te zwijgen. Op een na dus.

Elk balcontact van Ronaldo was een vloeiende voortzetting van ons grote doel op aarde. Perfectie op gras. Ook zonder bal toornde hij boven iedereen in het stadion uit, op mezelf na. Wij waren perfect.

Cel
Met het spel was ik verder heel anders bezig dan normaal, het verloop interesseerde me geen zak. Het was die avond waarop een andere wedstrijd met een zeer bizarre uitslag voor veel commotie zorgde. Iets wat ik pas dagen later meekreeg. Het was vooral die Portugese wereldster die me bezighield. Hij kwam bij mijn klasse in de buurt.

Later, toen ik allang weer thuis was, zou ik echt doordraaien en via een telefoontje en een politiewagen in een kale cel met een rubberen matras en een kartonnen po terechtkomen.

Er moet ooit iemand hebben bedacht dat mensen tijdens een psychose baat hebben bij weinig prikkels. Bizar. In de Arena leidde talloze prikkels me juist heerlijk af van echte waanzin. Afleiding van visioenen die ervoor zorgen dat je dingen ziet en hoort die er niet zijn. Dat je eindeloos met je hoofd tegen de muur gaat bonken. Waanzin die je eenzamer en banger laten voelen dan ooit. Waarin vijf minuten een mensenleven duurt.

’s Werelds beste voetballer aanschouwen is altijd aan te raden. Moederziel alleen gelaten worden in een kille cel nooit.

PS: Na het schrijven van dit blog, zoek ik even de opstellingen van die avond op en zie tot mijn grote verbazing dat Ronaldo helemaal niet meedeed. Uiteraard zat ik in een heel andere dimensie, maar ik weet zeker dat ik een speler van Real Madrid die avond obsessief heb bewonderd, dat moet dan Benzema zijn geweest. Excuus voor deze domper, maar hee, in een waanwereld loopt er wel meer niet op rolletjes.

Volg me om er achter te komen wanneer mijn boek Ik heb een gek te temmen uitkomt

Hier een blog over mijn kritiek op de isoleercel

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *