Een goede vriendin van mijn moeder, Jill Kinsey, runt twee weeshuizen in Lesotho (op de landkaart dat oog in Zuid-Afrika). Ik werd gevraagd om haar verhaal over de nieuwste aanwinst te vertalen. Het is behoorlijk indrukwekkend. Daarom deel ik het ook hier op mijn blog. Ook om het goede werk van Jill onder de aandacht te krijgen.
Ik ben Semphiwe
Semphiwe wordt als baby door zijn moeder verstoten. Ze probeert hem zelfs met hulp van haar vriend te doden, waardoor het jongetje voor altijd verminkt zal zijn. Op een dag belandt hij bij ons weeshuis in Pulane.
Niemand heeft oog voor kleine Semphiwe. Hou oud hij is weet niemand. Heeft hij een vader? Hoe heet zijn moeder? Bij wie woont hij? Is hij ooit naar school geweest? Veel vragen. Geen enkel antwoord.
Semphiwe is een persoonlijkheid met erg rauwe randjes, omwikkeld in een afgescheurd stuk oud grijs deken. Een schichtig wild dier haast. Hij straalt woede en angst uit. Hij wil zelf helemaal niet in ons weeshuis in Pulane wonen.
“Waarom niet?”
“Jullie hebben geen koeien.”
Ntate Mazooke, een oude man uit het dorp, heeft Semphiwe naar Pulane gebracht. Op zijn paard. Hij legt uit dat zijn dorpshoofd, mevrouw MeMathesele, deze jongen heeft gered uit handen van herders in de hoge bergen bij HaLazero. Hij heeft enkele weken bij haar gewoond.
Bij die herders heeft hij het enkele jaren volgehouden. Er moet een tante zijn die hem ook heeft verstoten, maar dat is de politie aan het onderzoeken. In goed overleg is besloten om de jongen naar ons weeshuis te sturen. Het Pulane Children’s Centre.
Koeienmelk
Vannacht was zijn eerste nacht in een echt bed! Hij vertelt me dat hij dit heel fijn vond. Op blote aarde slapen zal ongetwijfeld erg vermoeiend zijn.
Hoe oud is hij nou? Zelf zegt hij twaalf, maar ik betwijfel dit. Ik schat hem eerder negen, ondervoeding ingecalculeerd.
Hij heeft het jaren moeten doen met enkel wat melige pap en melk. Er zijn zat jonge herders die zogen bij koeien. Wij denken dat melk uit kartonnen verpakkingen in een supermarktschap komt, hij weet wel beter. De teleurstelling dat er hier geen koeien zijn, is begrijpelijk. Zij gaven hem leven.
Semphiwe ziet er verwilderd, angstig en ook nog wat agressief uit. Ik raak voorzichtig zijn hoofd. Het is misvormd, gebobbeld en vol littekens. Ik vraag wat er is gebeurd. Ntate Mazooke antwoordt:
“Dat is waar ze hem probeerden dood te slaan.”
“Wat?”
“Jaren terug probeerden de broer van de vriend van zijn moeder en wat vrienden het kind te doden met hun molamosi – hun vechtstokken.” Ik kan het niet geloven.
“Hij moet heel klein geweest zijn. Waarom wilden ze hem doden?”
Ntate denkt dat het was omdat de vriend van de moeder haar naar Zuid-Afrika wilde meenemen. Daar konden ze de zorg over een kind niet gebruiken. Vergeef me als ik mijn vertrouwen in de mensheid even verlies als ik zoiets hoor.
Wikkel
Gelukkig kan Semphiwe dit zelf niet meer herinneren, maar het is duidelijk dat zijn lichaam deze verminkingen wel voor altijd mee zal dragen. Hij herinnert zich helaas wel al te goed dat hij erg ongewild was. Van binnen lijkt hij zich afgesloten te hebben van de wereld. Hij is lichamelijk aanwezig, maar zijn geest lijkt oneindig ver weg.
Ik geef hem een koekje in een plastic verpakking. Hij weet deze niet te openen. Huisvader Ntate Labone helpt hem. De jongen breekt een heel klein hoekje af en stopt het in zijn mond. Hij kijkt rond om te zien of hij de hele koek mag houden, misschien denkt hij dat wij het verder op zullen eten. Dan verstopt hij het in de vouw van zijn deken.
Natuurlijk zullen we deze kwetsbare mishandelde jongen meteen opnemen in ons weeshuis. Alleen lijkt hij zelf verre van blij met dit idee.
“Semphiwe, laten we een paar schoenen voor je uitzoeken. Wat denk je? Goed idee?” We weten dat hij nog nooit in zijn leven schoenen heeft gedragen. Voor heel even lijken zijn ogen tot leven te komen, maar even snel is dit moment weer weg.
“Ik wil geen schoenen! Ke batla ho shoa.” Ntate Labone vertaalt.
“Hij zegt dat hij dood wil.” Meteen maak ik me boos.
“Mamela – moet je goed luisteren. Onze lieve heer maakt geen fouten. Hij creëert geen troep. Hij heeft plannen met jou, we moeten dat plan alleen nog even vinden. Dus ik wil geen onzin meer horen over de dood – nooit meer. Is dat duidelijk?” Hij knikt terwijl hij stilletjes door huilt. Muisstil, bewegingloos als een standbeeld stromen de tranen over zijn stoffige kleine zwarte gezichtje. Ze laten sporen na, tot ze op zijn knieën vallen.
Hondenvoer
Ntate Mazooke heeft nog meer informatie over de jongen.
“Er was een tijd dat Semphiwe als hondenvoer diende.” Volgens mij hoor ik het niet goed.
“Je bedoelt dat hij de herders hielp bij het voeren van de honden?”
“Nee helaas. Je hebt goede en slechte herders. Een paar slechten bonden hem vast met een touw en voerden hem aan hun grote berghonden.”
“Dat kun je niet menen?” Nu antwoordt Semphiwe zelf.
“Het was oké. De honden hadden geen honger. Er kwamen uiteindelijk wat grote herders om me te redden. Er ontstond een gevecht. Een aardige herder, Tumisang, zorgde vanaf dat moment voor me.”
Het leven van een herder in de hoge bergen van Lesotho is hard, 24/7. Het mag een wonder heten dat ons kleine mannetje het overleefd heeft. We zijn ervan overtuigd dat het nu goed komt. Hij heeft heel wat moeten doorstaan en zijn leven krijgt nu een positieve draai, neem dat maar van me aan.
Doorvertellen
Ik zou het geweldig vinden als dit verhaal wordt doorverteld. Er zijn nog mensen die denken dat wezen altijd in het dorp moeten blijven. Dat niemand onze hulp echt nodig heeft. Semphiwe is een perfect voorbeeld waarom wij noodzakelijk zijn. Deze jongen sterft als er geen hulp is. Op papier bestaat hij niet eens. Hij is nooit geboren en niemand zou zelfs zijn dood registreren. Maar wij bekommeren ons wel over hem. Hij is ons dierbaar.
Na wat minimaal papierwerk verlaten we mijn huis, om in mijn kantoor groene spiksplinternieuwe groene schoenen te halen voor het ventje. Geen lach. Hij krijgt drie broeken, T-shirts, een jas en ondergoed. Hij blijft stil en serieus. Nog geen lach. Hij deelt mee:
“Ik wil niet naar school. Ik wil bij de koeien blijven.”
“We hebben hier ook vele dieren. Paarden, ezels, varkens, konijnen en kippen. Maar sorry, geen koeien.” Hij is niet onder de indruk.
“En school?” Normaal als een kind bij ons binnenkomt, gaat het direct de week erop naar school. Maar we zijn het er bij Semphiwe snel over eens dat hij wat meer tijd nodig zal hebben om te wennen. Om zich echt deel te kunnen voelen van onze Pulane Care Centre. Ik leg het hem uit.
“Oké, voor de rest van dit jaar mag je nog met de kleintjes naar Preschool. Dat is alleen ’s ochtends, zodat je in de middag de dieren kan voeren. Maar in januari ga je dan echt naar school. Je zult moeten leren lezen en schrijven.”
Doos
In het kantoor liggen toevallig ook nog wat Team Hope schoenendozen van afgelopen kerst. Ik pak er lukraak een, ze zijn namelijk allemaal hetzelfde. Helemaal ingetaped. Semphiwe is nog erg serieus, maar zijn ogen springen wagenwijd open.
“Is dit voor mij?” Hij heeft nog nooit een cadeau in zijn leven gehad. Samen met Ntate Labone pakt hij het uit. Hij opent de doos, waarvan hij nog niet helemaal overtuigd is dat het echt helemaal voor hem is. Direct onder het deksel is het eerste wat hij ziet… twee plastic speelgoed koeien. Ongelooflijk. We zijn getuigen van zijn eerste grote glimlach.
Dank Team Hope en iedereen die meehelpt met het vullen van de dozen. Niemand is ooit zo blij geweest met een schoenendoos als kleine Semphiwe die dag. Een grote eerste stap naar het vergeten van zijn verminkingen.
Vertel het door.
Jill Kinsey
Kijk hier voor meer informatie over de weeshuizen
Acct no: 0140048028301 (Swift Code: SBICLSMX) AFACTL Adres: P.O. Box 175, Mount Moorosi, Pulane, Lesotho