Ik lees net ergens dat de Dikke van Dale dit jaar 150 jaar bestaat. Hoera! Kennelijk worden we sinds 1864 geterroriseerd door een standaardspelling en taal. Een gedrocht waar de laatste decennia zelfs vijfjaarlijks aan wordt gesleuteld, in de vorm van almaar weer een nieuw Groen boekje.
Ik heb een haatliefdeverhouding met het driedelig ding. Zelf heb ik de versie uit 1984, een erfstuk van mijn opa en oma. Het had haast net zo goed de eerste druk uit 1864 kunnen zijn, zo gedateerd is het inmiddels. Toch kan ik er in combinatie met het laatste Groene boekje nog prima mee uit de voeten. Met spellingcontrole en Google is dat overigens vooral uit nostalgische overwegingen. Of een excuus om mijn toetsenbord te verlaten.
Waar het me vooral aan herinnert, is aan taalnazi’s en aan mijn afkeer voor het Groot Dictee van Philip Freriks. Uiteraard ben ik – onder andere als leraar Nederlands – helemaal voor een uniforme spelling. Maar om hier nou politieagentje bij te spelen, of nog erger quizmaster, dat haalt werkelijk alle magie van menselijke communicatie weg.
Tijdzone
In 1864 was er nog een kwartier tijdsverschil binnen Nederland. Terecht. De zon komt nou eenmaal eerder op in Arnhem dan in Amsterdam, alleen zou het voor het spoorboekje lastig zijn als we er ons ook nu nog aan zouden houden.
Zo is het ook met de taal. Amsterdams en Arnhems bestaan nog wel, maar voor scholing en bedrijvigheid is een uniforme taal wat handiger. De Van Dale en onze gestandaardiseerde taal is niets anders dan het spoorboekje en ons openbaar vervoer van communicatie. Om daar nu zo gewichtig over te doen.
Van harte hoor Van Dale, maar haal geen gekke dingen in het hoofd dit jaar. Ken je plaats.