Mijn praatje tijdens de boekpresentatie
“Ergens baal ik dat ik hier sta. Nee, dat is niet waar. Dat ik in een boekhandel sta bij mijn eigen boekpresentatie is te gek. Maar ergens baal ik. In 2011 heb ik besloten om me volledig op schrijven te richten, dat is wat ik doe. Daar sta ik nu voor. Is een groot deel van wie en wat ik ben. Althans, een groot deel van hoe ik me wil presenteren. Dat ik dan nu eindelijk bij mijn eigen presentatie sta is geweldig.
Maar ergens baal ik ook.
Is het me gelukt om een boek uit te laten geven, is het over dít onderwerp. Een paar weken uit mijn leven, waar als ik er nooit iets over op papier had gezet, het nooit met iemand over zou hebben. Waar ik zelfs nooit een enkele gedachte aan zou besteden nog.
Eigen schuld dikke bult. Ik moest er zo nodig over schrijven, want dat is nou eenmaal wat ik doe. Het is ook veel te interessant allemaal.
Welkom bij een taboe.
Als je het gewoon, als een verstandig mens, verdringt, weet je niet eens meer dat het bestaat.
Daar sta ik dan, als ambassadeur van een stigma. Van een fase waarvoor ik me anders niet eens meer zou schamen. Jarenlange verdringing had het heerlijk veilig weggestopt.
Enkel twee tabletjes na het tandenpoetsen ’s avonds, zouden nog subtiele hints geven. Waarschijnlijk had ik vaker aan de tandarts gedacht… zonder dit boek. Toch maar weer eens een afspraak maken… met de tandarts.
Ik moest er dus zo nodig over schrijven. Ook alweer een kleine vier jaar terug. Het zonodig op sturen naar uitgeverijen. Zo nodig blij zijn met de samenwerking met Tobi Vroegh.
Sta ik nu ambassadeur te wezen van een taboe dat me zo lekker had in kunnen laten dutten.
Hier is het er dan eindelijk: Ik heb een gek te temmen. Hoera?”
Daarna ging ik een stukje voorlezen (blz. 43 – 46). Een stuk over mijn ervaring met psychiatrisch verpleegkundigen. Met goeie en wat mindere. Over het wat denigrerende toontje dat ze soms hebben.
Daarna overhandigde ik het eerste exemplaar aan Jenno Boer. Een verpleegkundige die mij op de gesloten afdeling zeer positief was opgevallen. Een jongen (inmiddels 30) die onder alle omstandigheden normaal tegen me bleef doen. Iets wat me altijd is bijgebleven.
En toen kon de borrel beginnen. Het werd nog erg gezellig.
Dank aan een ieder die aanwezig was!