
Tegen de medaillespiegel

Toen Arthur net geboren was, vroeg ik mijn vriendin of ik wat voor haar kon doen. Ze lustte wel een glaasje melk. Direct al jaloers op haar eigen vlees en bloed, die meteen aan de borst lag. Ik dacht het, maar voerde de wens in stilzwijgen uit.
Ik liep door de steriele gang van de bevalafdeling van het Lucas Andreas, dat je tegenwoordig om duistere redenen OLVG-West hoort te noemen. Het was halfzeven ’s ochtends, dus veel leven was er niet.
In een ruimte zag ik de verloskundige zitten, die ons kind net ter aarde had begeleid. Een bakkie doen, in een kantine-achtige setting, tussen de bedrijven door.
“Kan ik je helpen?” “Welkom Arthur” verder lezen
Arthur (Johannes Samsom) is geboren op 21 juli, 2016, om één over zes in de ochtend. Toen woog hij 3690 gram. Wordt vervolgd…
Ik had altijd al een vermoeden, maar sinds ik vier jaar geleden een psychose meemaakte, weet ik het zeker: niets is vreemder dan de gebruikelijke menselijke staat.
De eerste keer dat ik een soortgelijke gedachte kreeg, was in mijn jeugd, toen ik een plaatje zag van hoe mijn huiskat vermoedelijk de wereld zag. Elke stoel, iedere drempel en elke schoen zag hij anders, onder andere door een andere samenstelling van zijn oog. Iedere diersoort ziet de wereld dus zoals het hem uitkomt. Een hele openbaring.
Toen ik zo’n dertig jaar later uit een psychose kwam, besefte ik dat hetzelfde verschil in waarnemingsvermogen ook binnen mijn eigen diersoort bestaat. Ik was even uit de dagelijkse wanen verhuisd naar veel individuelere wanen en begreep bij terugkomst dat de staat van alledag niet veel meer is dan een collectieve waan. Dagelijks zijn er ontelbare voorbeelden te geven, van wat ik bedoel, maar omdat het zo diep zit, het zo vanzelfsprekend lijkt, is het onzichtbaar. Haast niet uit te leggen. “Ik snap die Pokémonzoekers wel” verder lezen
Op de eerste werkdag van Theresa May moet ik aan haar voorgangster denken, Margaret Thatcher. Misschien niet hét toonbeeld van feminisme, maar wel een vrouw die behoorlijk indruk op me maakte als puber. Voor Hoemannendenken.nl schreef ik er een blog over.
Zo’n twee jaar geleden hoorde ik dat IJsland met drie nul van Turkije had gewonnen. Bij een officiële voetbalwedstrijd.
3-0! Tegen Turkije!
Het aantal inwoners van Utrecht tegen het aantal inwoners van… nou ja, Turkije dus.
Ik viel van mijn stoel toen ik het hoorde. Arm Turkije, dat zal wel erg uit vorm zijn geweest die avond.
Later overkwam Nederland hetzelfde. Twee keer zelfs. Wat moet Oranje tegenwoordig slecht zijn. Uitgeschakeld door een veredeld Waddeneiland. Prutsers. “IJsland is de omgekeerde Calimero” verder lezen
Op een terras in Lille zie ik woensdagmiddag drie Duitsers met helmen voorbijlopen. Zo’n ding met een punt erop, uit de Eerste Wereldoorlog. In Noord-Frankrijk dus. Durf voetbal maar eens geen oorlog te noemen. Duitsland speelde er niet eens. Ik was er voor Ierland – Italië.
Er heerst een fantastische sfeer. De stad wordt – uiteraard – gedomineerd door de Ieren, maar er zijn dus ook plukjes van alle andere supportersgroepen aanwezig. Italianen natuurlijk, maar ook Belgen, zelfs wat plukjes Nederlanders in oranje shirts en die drie Duitsers dus. Heerlijk, dat ze de spot drijven met de eigen geschiedenis. Wie durft nog te zeggen dat ze geen gevoel voor humor hebben. “Hopelijk wint Ierland nooit iets” verder lezen
Vaderdag is een onzinnige dag. Haast zo onzinnig als Moederdag. Het is namelijk altijd Vader- en Moederdag, of je nou wil of niet.
Of je nou een goede band hebt met die twee of een slechte. Als er een ding is waar je in je leven niet omheen kunt, dan zijn het je ouders. Het zou wel heel suf zijn als je dat maar op een dag in het jaar zou laten merken.
Mijn vader is al een aantal jaren dood. Tenminste, zijn fysieke vorm is niet meer. Echt dood gaat zo iemand natuurlijk nooit. Elke dag denk ik aan hem, al ben ik daar zelden van bewust. Hij is gewoon een deel van mij en waar ik ook ga, ik neem alles van mezelf mee. Dat kan niet anders. “Geen vaderdag” verder lezen
Gisteren was in een mooie documentaire te zien hoe Henny Vrienten op de top van Doe Maars succes, zich zorgen maakte over zijn eigen fans.
Hij was begin jaren tachtig al een dertiger en zag hoe hele jonge tienermeisjes verdrukt raakten tegen dranghekken. Op een gegeven moment ging hij zelf maar niet meer springen en hield hij zelfs zijn stem wat in. Hij wilde het niet erger maken dan het al was.
Die tieners, kun je denken. Maar volwassen kerels kunnen er ook wat van, zie ik vanochtend op mijn twittertijdlijn. “FC Twente kan van Henny Vrienten leren” verder lezen
In IJsland wonen niet veel meer mensen dan in Amsterdam-Noord. Ik denk niet dat Cristiano Ronaldo dat beseft. Hij klaagde over de overdreven vreugde bij de veredelde waddeneilandbewoners, na het gelijkspel tegen zijn land. Of zou de Real Madridvedette gewoon niet tegen zijn gelijkspel kunnen?
Het was weer zo’n avond waarop me te binnen schoot dat veel potjes voetbal vooraf gescript moeten zijn. Ik ben niet van de complottheorieën, maar vaak is het Hollywoodsausje wel erg zichtbaar. Zo mallotig ongeloofwaardig. “IJsland bestaat niet” verder lezen