Mijn dochter heeft een piemel

“Dat past helemaal bij de actuele trend.” Het is niet de eerste keer dat ik iemand iets soortgelijks hoor zeggen, als het over mijn vijfjarige dochter met een piemel gaat. Wat bedoelen ze? Hoe moet ik hierop reageren?

Uiteraard had ik in de twintigste eeuw anders gekeken naar de wil van mijn zoontje om alleen maar jurken te dragen. Ik had waarschijnlijk ingegrepen. Hem tegengehouden. Maar had dat zijn drang weggehaald? Excuus, haar drang.
Had zij haar vrouwelijkheid haar hele leven in veilige kluisjes in hoofd, hart en longen weg kunnen bergen?

Hoe moet ik hierop reageren? “Inderdaad, helemaal van nu” is waarschijnlijk het verstandigst. Minste weerstand is mijn aard. Het liefst word ik echter boos. “Hoe bedoel je trend? Zeg je dat trans zijn in deze nog jonge eeuw is uitgevonden? Zeg je dat mijn dochter een weloverwogen keuze maakt? Zeg je dat je op vierjarige leeftijd helemaal van cultureel maatschappelijke issues op de hoogte bent?

Mijn moeder raakt mij – weer eens – het meest. “Jullie hebben het hem ook wel heel makkelijk gemaakt.” Alsof onze dochter als zoon een barbiepop was. Leuk, we doen hem jurkjes aan en dwingen hem om vooral met meisjes te spelen. Om nagels te lakken.

De “trend”-roepers vallen nog mee. Mijn moeder en kompanen zijn veel erger. Haar angst voor de regenboogvlag ken ik al jaren, zonder dat ik weet of ze die fobie zelf ook erkent. Als je er niet persoonlijk mee te maken hebt, hoef je daar niets mee. Nu zit haar kleinkind in die vlag. Vluchten is verleden tijd. Ook voor een minste weerstandman.

Ouders die met vragen zitten kan ik niet simpelweg naar mijn dochter doorverwijzen. Ik moet haar juist beschermen. Haar vanzelfsprekende meisje-zijn moeten verantwoorden, zou voor haarzelf absurd en schadelijk zijn. Ik ben haar ambassadeur.

Gelukkig ken ik inmiddels de documentaire Petite fille. Een film over een vijfjarig Frans meisje met een piemel. Via een camera zie je de worsteling van ouders, een balletjuf en artsen. Het verhaal speelt zo’n tien jaar terug, waardoor er nóg wat meer afstand is tot de gewenste samenleving. Hoewel de balletjuf aan het eind niet om is, het meisje moet de jongensrol blijven dansen, is het een hoopgevend verhaal.
Het mooiste vind ik de huisarts. Die zegt aan het begin van de film hele domme dingen, waar mijn moeder het in zou kunnen vinden, maar hij eindigt als een goede huisarts. “Dit is echter niet mijn expertise, dus ik verwijs u naar de genderpoli in Parijs.” En hier begint de weg naar begrip.

Het liefst zou ik het met niemand meer over het thema willen hebben, maar enkel doorverwijzen naar deze film. Mijn moeder heeft het inmiddels bereikt. Ze vindt het mooi, maar voor munitie voor iets wat een kleinkind betreft, een druppel op een gloeiende plaat.

Het is een rouwproces wat ik herken. In een van de sporadische gesprekken die ik met mama had, voel ik mij boos worden en hoor ik mezelf zeggen: “Denk je dat ik al deze vragen niet heb gehad? Denk je dat ik niet door een rouwproces ga?” Ik schrik ervan, want tot ik het uitsprak had ik het nog niet toegegeven. Ik heb een kind dat geprogrammeerd is tot veel aankomend gedoe. Tot veel zeer waarschijnlijk verdriet. Misschien wel tot medische complicaties.

Het kan dat ze zich terugkeert naar het geslacht dat wij zagen bij geboorte, maar dat doet er niet toe. Het is fijn als ze de ruimte krijgt om haar essentie te zijn. Ze heeft recht om dit ongebaande pad wat gebaand te krijgen. Als vader kan ik niet anders dan daarin meegaan.

Door mijn ambassadeurschap is mijn eigen pijn vertroebeld. Vorig jaar was ik mijn moeder. Wie weet erger. Ik zong zonder geweten – in stadions – dat alle boeren homo’s zijn. Ik ben mijn privilege van de blinde vlek kwijt.

Dit jaar stond ik met mijn dochter en de rest van mijn gezin langs de kant bij de botenparade van de Pride. Het was niet mijn eerste keer, maar toch wel. Ik kreeg tranen in mijn ogen. Hier werd gedemonstreerd, geprotesteerd. Hier werd ik al die jaren niet bereikt. Ik zag een feestje. Geinig. Nu zag en voelde ik de strijd.
Bij de transboot brak ik. Butch-vrouwen, mannen in jurken. Echte mannen en vrouwen, geboren vóór mijn dochter. Wie weet wegplaveiers naar minder pijn. De aard van mijn dochter opent mijn ogen en de wereld. Zelf had ze gewoon een leuke dag.