De tragiek van als je – zoals ik – geboren bent in de jaren zeventig, is dat je opgroeit met het idee – mede dankzij de generatie ervoor – dat Nederland een groot voetballand en Ajax een grote club is. Dat is natuurlijk niet zo, je kunt hooguit zeggen dat er in Nederland voor een klein land aardig gevoetbald wordt en dat Ajax het voor zo’n pietepeuterig clubje ooit aardig heeft gedaan.
Ik zou nu best willen uitweiden over Jack Reynolds, Rinus Michels en Johan Cruijff, maar dat laat ik liever aan de experts – als Simon Kuper – over. Het is ook heel simpel te reduceren tot een verhaal van de grote getallen.
Als je kijkt naar inwonersaantallen in relatie tot prestaties is alleen Uruguay een groter voetballand dan Nederland. Toch zien weinig mensen, zeker van mijn generatie, het zo. Drie WK-finales halen maar niet winnen, wordt door velen als drie gemiste kansen gezien. Het tegendeel is waar. Die tweede plekken zijn volgens de wet van de grote getallen geweldig, haast buitenaards. Dat in de toekomst willen evenaren is rationeel gezien erg onverstandig. “Who the fuck?” verder lezen